29 april 2020 - 10 min leestijd
Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, daalde het aantal kredietaanvragen in het eerste trimester van 2020 met bijna 16% ten opzichte van het eerste trimester van 2019. Ook in bedrag was er een daling met ongeveer 10%.
De beperkende regeringsmaatregelen met betrekking tot de coronacrisis hebben op deze cijfers al een beperkte impact, aangezien deze vanaf de tweede helft van de maand maart in werking zijn getreden.
Wanneer voor het krediet een akte moet verleden worden bij de notaris, zal het pas in de statistieken worden opgenomen wanneer deze akte verleden is. In de tweede helft van maart zijn er geen aktes meer verleden door de regeringsmaatregelen inzake de coronacrisis. De impact van de corona-crisis op de cijfers van verstrekte kredieten zal evenwel pas in de komende maanden echt duidelijk worden.
In het eerste trimester van 2020 werden er ongeveer 48.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR (exclusief herfinancieringen). Dit is een daling van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 22,5% ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar. In bedrag werd er 24,2% minder krediet verstrekt dan toen. Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
In het eerste trimester van 2020 werden er ongeveer 48.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR (exclusief herfinancieringen). Dit is een daling van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 22,5% ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar. In bedrag werd er 24,2% minder krediet verstrekt dan toen. Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
De afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen eind vorig jaar en het feit dat heel wat kredietnemers dientengevolge hun financieringsprojecten (aankoop, bouw en renovatie) eind 2019 vervroegd hebben afgerond om nog met zekerheid van het toen nog geldende gunstige regime van de woonbonus in Vlaanderen te kunnen genieten, heeft tot een sterke daling van de kredietverlening geleid in het eerste trimester van 2020.
De zeer lage rentevoeten voor hypothecaire kredieten van de voorbije jaren waren ook nog steeds van toepassing in het eerste trimester van 2020. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in februari tussen 1,59% (voor kredieten met een veranderlijke rentevoet en een initiële periode van rentevastheid tussen 5 en 10 jaar) en 2,07% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en minder dan 5 jaar).
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het eerste trimester van 2020 in vergelijking met het eerste trimester van 2019:
Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het eerste trimester van 2020 een daling met bijna 16% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen daalde eveneens met meer dan 10%.
Het aantal kredietaanvragen daalde voor omzeggens alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (-10.221) daalden met 18,7%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (-719) met 13,4%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (-1.934, hetzij -16,8%) en voor de renovatie van een woning (-1.258, hetzij -7%) kenden een daling, evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (-990, hetzij -15,3%).
Garage, bouwgrond, ...
Daarnaast kende in het eerste trimester van 2020 enkel het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen een stijging met bijna 20%.
In het eerste trimester van 2020 daalde het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met 22,5% ten opzichte van het eerste trimester van 2019. Het overeenstemmende bedrag daalde met 24,2%.
Het totaalbedrag van de in het eerste trimester verstrekte kredieten valt daarmee, na drie uiterst sterke jaren, terug tot op het – nog steeds hoge – niveau van 2016.
Er werden in het eerste trimester van 2020 ongeveer 48.000 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar was er een daling waar te nemen voor omzeggens alle bestemmingen.
Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (-10.417) lag in het eerste trimester van 2020 30,8% lager dan in het eerste trimester van 2019. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (-602) kende een daling met 21,9%, terwijl het aantal bouwkredieten (-2.410) 29,9% lager lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (-876) kende een daling met 19,2%.
Enkel het aantal kredieten voor de renovatie van een woning kende nog een stijging, nl. +2,9% of 378 kredieten meer dan in het eerste trimester van 2019.
Daarnaast kende in het eerste trimester van 2020 ook het aantal externe herfinancieringen verder een stijging met 13,6%. Er werden meer bepaald bijna 7.400 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaal bedrag van bijna 1 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning steeg in het eerste trimester van 2020 tot 168.000 EUR. Dit is een stijging met 11.000 EUR op twee jaar tijd.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning steeg in het eerste trimester van 2020 licht verder tot 177.000 EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie kende in het eerste trimester dan weer een daling tot iets meer dan 189.000 EUR.
In het eerste trimester van 2020 kozen bijna 9 op 10 kredietnemers (87,5%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Ongeveer 10% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde beperkte zich tot ongeveer 2,7%.
Rekening houdend met de nog steeds zeer lage rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Toch kiest ook ongeveer 12% voor een veranderlijke rentevoet. Een zeer beperkt aantal daarvoor opteert nog voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet.
De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven. Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.