9 min leestijd
Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, steeg het aantal kredietaanvragen in het tweede trimester van 2019 met 10,5% ten opzichte van het tweede trimester van 2018. Ook in bedrag was er een stijging, met 11,2%.
In het tweede trimester van 2019 werden er bijna 70.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ongeveer 9,3 miljard EUR (exclusief herfinancieringen). Dit is een stijging van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 9% ten opzichte van het tweede trimester van vorig jaar. In bedrag werd er 12,2% meer krediet verstrekt dan toen. Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
De 58 leden van de BVK nemen samen ongeveer 90% van het totaal aantal nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (de zogeheten productie) voor hun rekening. Het totale uitstaande bedrag aan hypothecair krediet van de BVK-leden bedraagt eind juni 2019 ongeveer 223 miljard EUR.
De zeer lage rentevoeten voor hypothecaire kredieten blijven de vraag stimuleren. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in juni tussen 1,55% (voor kredieten met een veranderlijke rentevoet en een initiële periode van rentevastheid tot één jaar) en 1,79% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 10 jaar).
Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het tweede trimester van 2019 een stijging met 10,5% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen steeg eveneens, met iets meer dan 11%.
Het aantal kredietaanvragen steeg voor alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (+3.326) stegen met 6,2%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (+726) met 15,6%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (+998, hetzij +9,2%) en voor de renovatie van een woning (+2.527, hetzij +15,2%) kenden een stijging, evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (+1.967, hetzij +37%).
Daarnaast kende in het tweede trimester van 2019 het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen een stijging met bijna 24%.
In het tweede trimester van 2019 steeg het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met iets meer dan 9% ten opzichte van het tweede trimester van 2018. Het overeenstemmende bedrag steeg met iets meer dan 12%.
Het totaalbedrag van de in het tweede trimester verstrekte kredieten bereikt daarmee het hoogste niveau ooit in een tweede trimester. Dit was ook reeds het geval in het voorgaande trimester.
Er werden in het tweede trimester van 2019 ongeveer 70.000 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 9,3 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Ten opzichte van het tweede trimester van vorig jaar was er een stijging waar te nemen over alle bestemmingen heen.
Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing kende procentueel de sterkste stijging, nl. +28% of 652 kredieten meer dan in het tweede trimester van 2018. Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+3.573) lag in het tweede trimester van 2019 10,7% hoger dan in het tweede trimester van 2018. Het aantal kredieten voor de renovatie van een woning (+1.018) kende een stijging met 7%, terwijl het aantal bouwkredieten (+94) 1% hoger lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (+553) kende een stijging met 12%.
Daarnaast kende in het tweede trimester van 2019 ook het aantal externe herfinancieringen verder een stijging met 17,5%. Er werden meer bepaald 8.000 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaal bedrag van iets meer dan 1 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning steeg in het tweede trimester van 2019 licht tot 161.000 EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning kende in de loop van het tweede trimester van 2019 een sterke stijging tot meer dan 175.000 EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie daalde in het tweede trimester tot ongeveer 190.000 EUR.
In het tweede trimester van 2019 kozen 8 op 10 kredietnemers (79,4%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Ongeveer 18% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Zoals in het vorige trimester daalde het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde tot ongeveer 2,6%.
Rekening houdend met de nog steeds zeer lage rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Toch kiest ook ongeveer 20% voor een veranderlijke rentevoet. Een beperkt aantal opteert voor een jaarlijks veranderelijke rentevoet. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet.
De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven. Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.