27 juni 2021 - 9 min leestijd
Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, steeg het aantal kredietaanvragen in het tweede trimester van 2021 met bijna 39% ten opzichte van het tweede trimester van 2020. Ook in bedrag was er een stijging met ongeveer 52%.
In het tweede trimester van 2021 werden er bijna 73.500 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van 11 miljard EUR (exclusief herfinancieringen).
Ook dit betekent een stijging van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 37,5% ten opzichte van het tweede trimester van vorig jaar. In bedrag werd er iets minder dan 46% meer krediet verstrekt dan toen.
Bij dit alles mag niet vergeten worden dat het tweede trimester van 2020 een zwak trimester was ingevolge de coronacrisis en de ermee gepaard gaande lockdown in dat tweede trimester.
Maar ook een vergelijking met het tweede trimester van 2019 leert dat in het voorbije trimester opnieuw sterke cijfers werden neergezet.
Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
De 54 leden van de BVK nemen samen ongeveer 90% van het totaal aantal nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (de zogeheten productie) voor hun rekening. Het totale uitstaande bedrag aan hypothecair krediet van de BVK-leden bedraagt eind juni 2021 ongeveer 250 miljard EUR.
Het herstel van de immobiliënmarkt en van de vraag naar hypothecair krediet zette zich ook in het tweede trimester van 2021 verder door, na het ook al sterke laatste trimester van 2020 en eerste trimester van 2021.
De rentevoeten voor hypothecaire kredieten bleven in het voorbije trimester zeer aantrekkelijk. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in mei tussen 1,33 % (voor kredieten met een vaste rentevoet en met een initiële periode van rentevastheid van meer dan 10 jaar) en 2,10% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en tot 5 jaar).
"Zoals verwacht volgt de hypothecaire kredietverlening de sterke stijging van de activiteit op de woningmarktNooit eerder werd in het tweede trimester van een jaar zoveel hypothecair krediet verschaft. En dat was ook reeds het geval in het eerste trimester.”
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het tweede trimester van 2021 in vergelijking met het tweede trimester van 2020:
Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Het aantal kredietaanvragen (excl. deze voor herfinancieringen) is in het tweede trimester van 2021 gestegen met iets minder dan 39% ten opzichte van het tweede trimester van 2020. Maar ook ten opzichte van het tweede trimester van 2019 was er een stijging met 10,5%. Het bedrag van de kredietaanvragen steeg eveneens met ongeveer 52% ten opzichte van 2020. Er werden zodoende bijna 111.500 kredietaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van 19,5 miljard EUR. Een absoluut record voor een tweede trimester.
De verstrekte hypothecaire kredieten zijn in het tweede trimester van 2021 in aantal gestegen met meer dan 37% ten opzichte van het tweede trimester van vorig jaar. Maar ook ten opzichte van het tweede trimester van 2019 is er een stijging met meer dan 5%. Het overeenstemmende bedrag steeg met bijna 46% ten opzichte van 2020. Er werden in totaal bijna 73.500 kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van 11 miljard EUR (excl. herfinancieringen).
Het aantal kredieten voor de bouw van een woning kende in het tweede trimester procentueel de sterkste stijging, nl. +57,5% of 3.731 kredieten meer dan in het tweede trimester van 2020, samen met het aantal kredieten voor de renovatie van een woning (+5.602, hetzij +42,3%). Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+8.996) kende een stijging met 33,4%, terwijl het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+476) een stijging kende met meer dan 18%. Ook het aantal kredieten voor andere doeleinden (+1.185, hetzij +28,4%) (garage, bouwgrond...) kende een stijging ten opzichte van het tweede trimester van 2020.
Het aantal externe herfinancieringen (+3.587) bleef ook in het tweede trimester van 2021 stijgen met 40% ten opzichte van het tweede trimester van 2020. Er werden in het tweede trimester van 2021 meer dan 12.500 externe herfinancieringen verstrekt voor bijna 1,7 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag voor een bouwkrediet steeg in het tweede trimester van 2021 verder tot 206.000 EUR. Dat is een stijging met 38.000 EUR (of 22%) sinds begin 2019. Het gemiddelde bedrag van de kredieten voor aankoop + verbouwing overschreed met 207.168 EUR ook opnieuw de grens van 200.000 EUR. Het gemiddelde ontleende bedrag voor de aankoop van een woning bleef in het tweede trimester van 2021 ongeveer stabiel rond 182.500 EUR.
In het tweede trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 van de 10 kredietnemers voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. In minder dan 0,5% van de gevallen werd nog geopteerd voor een krediet met een jaarlijks veranderlijke rentevoet.
Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het tweede trimester van 2021 een stijging met bijna 39% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen steeg eveneens met bijna 52%.
Het aantal kredietaanvragen steeg voor alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (+17.354) stegen met 40%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (+2.478) met bijna 54%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (+5.236, hetzij +53%) en voor de renovatie van een woning (+4.949, hetzij +29%) kenden een sterke stijging, evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (+1.071, hetzij +19,5%) (garage, bouwgrond...). Ook het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen kende opnieuw een stijging met 12%.
Nooit eerder werden in een tweede trimester zoveel kredietaanvragen ingediend.
In het tweede trimester van 2021 steeg het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met meer dan 37% ten opzichte van het tweede trimester van 2020. Het overeenstemmende bedrag steeg met bijna 46%.
Nooit eerder werd in een tweede trimester zoveel hypothecair krediet verleend.
Er werden in het tweede trimester van 2021 bijna 73.500 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 11 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Ten opzichte van het tweede trimester van vorig jaar was er een stijging waar te nemen voor alle bestemmingen.
Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+8.996) lag in het tweede trimester van 2021 meer dan 33% hoger dan in het tweede trimester van 2020. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+476) kende een stijging met meer dan 18%, terwijl het aantal bouwkredieten (+3.731) 57,5% hoger lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (+1.185) kende een stijging met 28,4%. Ook het aantal kredieten voor de renovatie van een woning kende een stijging, nl. +42,3% of 5.602 kredieten meer dan in het tweede trimester van 2020.
Daarnaast bleef ook in het tweede trimester van 2021 het aantal externe herfinancieringen nog een stijging vertonen met 40%. Er werden meer bepaald iets meer dan 12.500 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaalbedrag van bijna 1,7 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning kende in het tweede trimester van 2021 een verdere stijging en klokte af op 206.000 EUR. Dit betekent een stijging met meer dan 38.000 EUR (of 22%) sinds begin 2019.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie overschreed in het tweede trimester eveneens opnieuw de grens van 200.000 EUR met een sterke stijging tot 207.168 EUR. Dit is niettemin “slechts” een stijging met ongeveer 12.500 EUR (of 6,4%) sinds begin 2019.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning bleef in het tweede trimester van 2021 schommelen rond 182.500 EUR. Ook dit is een stijging met 23.000 EUR (of 14,5%) ten opzichte van begin 2019.
In het tweede trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (92,9%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Iets meer dan 6,5% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde bedraagt minder dan 0,5%.
Rekening houdend met de nog steeds zeer lage rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Het aantal personen dat nog opteert voor een veranderlijke rentevoet blijft laag, zeker wat de jaarlijks veranderlijke rentevoet betreft. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet.