2 min leestijd
Een slechte energiescore laat zich vaak onmiddellijk voelen in de portemonnee van de consument. Die krijgt dan ook hoge facturen in de bus voor bijvoorbeeld gas en elektriciteit. Maar wat als zo'n weinig energiezuinig huis op de markt komt?
Wel, de vastgoedsector zal steeds meer rekening moeten houden met de EPC-score, zegt Febelfin directeur Ivo Van Bulck.
"Een nieuwe belangrijke, en onderschatte, determinant waarmee de vastgoedsector meer rekening moet gaan houden is de minwaarde van bestaande woningen met een slechte energiescore."
De energiezuinigheid van een woning zal morgen mee bepalend zijn voor haar waardebepaling. Kredietgevers zullen de EPC-score in hun kredietpolitiek mee opnemen. Woningen met een hoge EPC-score kunnen een forse prijsdaling kennen, aangezien de verplichte investeringen voor energiezuinigheid op de aankoopprijs zullen wegen.
Vastgoedmakelaars, schatters en kopers dienen zich daarom bewust te zijn van het belang van de EPC-score. Alleen door hiermee rekening te houden bij de waardebepaling van vastgoed blijven er voldoende financiële middelen over om, zoals door de overheid wordt gevraagd, de noodzakelijke energetische investeringen te kunnen doen na aankoop. En alleen zo kunnen we de klimaatdoelstellingen misschien halen.
Een combinatie van een te hoge aankoopwaarde van een slecht scorende woning en de verplichting tot grote renovatiekosten na aankoop, zou leiden tot te hoge kredietaanvragen die mogelijk de terugbetalingscapaciteit van de gezinnen overstijgt.
Het is de taak van de kredietgevers te waken over een gezonde kredietmarkt, hetgeen zou kunnen leiden tot meer kredietweigeringen. Hierbij heeft niemand belang.
De vastgoed- en de kredietsector dienen daarom intens te blijven samenwerken om onze woning- en kredietmarkt fundamenteel gezond te houden. Laat ons samen de klimaatdoelstellingen aangaan.