17 december 2021 - 7 min leestijd
De Belgische fondsensector kende tijdens het derde kwartaal van 2021 een stijging van +1,5 % en dit volledig door toedoen van netto inschrijvingen. Eind september 2021 bedroeg het netto actief van de in België publiek verdeelde fondsen 263,5 miljard EUR.
Zowel de fondsen die beleggen in niet-vastrentende effecten als zij die beleggen in vastrentende effecten tekenden koersverliezen op in hun onderliggende activa tijdens het derde kwartaal. Deze koersverliezen werden echter volledig gecompenseerd door netto inschrijvingen.
Prognose vierde kwartaal 2021
De voorlopige indicaties voor het vierde kwartaal van 2021 wijzen op een verdere aangroei van het netto actief van de Belgische fondsensector.
De Belgische fondsenmarkt wordt gedefinieerd als ‘het in België openbaar verdeeld netto actief van fondsen naar Belgisch en buitenlands recht’. Hierbij rapporteert BEAMA over alle aandelenklassen van de openbare fondsen die in België gecommercialiseerd mogen worden.
Conform de lijst van openbare instellingen voor collectieve belegging op de FSMA-website
Onderzoek van BEAMA toont aan dat de netto activa van de in België publiek gecommercialiseerde fondsen gedurende het derde kwartaal van 2021 met 3,9 miljard EUR, ofwel +1,5 %, stegen. Hierdoor vertegenwoordigden de in België publiek gecommercialiseerde fondsen eind september 2021 263,5 miljard EUR.
De stijging van de Belgische fondsenmarkt gedurende de periode juli – september 2021 wordt volledig verklaard door netto inschrijvingen tijdens deze periode.
Gedurende de eerste negen maanden van 2021 steeg de Belgische fondsenmarkt met 31,7 miljard EUR, ofwel +13,7%. Deze toename is voor meer dan 60% toe te schrijven aan netto inschrijvingen en voor iets minder dan 40% toe te wijzen aan koerswinsten opgetekend door de onderliggende activa. Volgens de statistische gegevens van de NBB werd de eerste helft van 2021 gekenmerkt door een aanzienlijke (her)allocatie van spaargelden van huishoudens naar fondsen. Zo vormden de fondsen aangehouden door particulieren de sterkst stijgende financiële activa categorie tijdens deze periode. Deze vaststelling kan een weerspiegeling zijn van een toenemend bewustzijn onder de investeerders over de opportuniteitskost verbonden aan de diverse vormen van sparen en beleggen. Vooral in een omgeving van ultra lage rentetarieven en stijgende inflatie kan het nuttig zijn om, naast spaardeposito’s, ook gebruik te maken van andere financiële activa die gemiddeld gezien een hoger rendement optekenen.
Opportuniteitskosten, ook wel alternatieve kosten, zijn de kosten van een economische keuze uitgedrukt in termen van de beste gemiste kans: het waardeert de niet gerealiseerde opbrengst van het best mogelijke alternatief ten opzichte van de uiteindelijk genomen beslissing.
De aanhoudende vraag naar fondsen die in het derde kwartaal van 2021 werd waargenomen, wijst erop dat investeerders vertrouwen blijven behouden in de potentiële rendementsvooruitzichten die door fondsen worden geboden.
De voorlopige indicaties, waarover BEAMA beschikt voor het vierde kwartaal van 2021, wijzen op een aanhoudende aangroei van het netto actief van de Belgische fondsensector.
Fondsen die overwegend beleggen in niet-vastrentende effecten
Binnen de groep van de fondsen die overwegend beleggen in niet-vastrentende effecten (zoals bv. aandelenfondsen) werden, met uitzondering van de kapitaal beschermde fondsen, enkel stijgende tendensen opgetekend gedurende het derde kwartaal van 2021. Deze stijgingen zijn volledig toe te schrijven aan netto inschrijvingen.
De activa in België van de aandelenfondsen stegen met 1,1 miljard EUR, oftewel met +1,2 %, in de periode juli – september 2021. Deze stijging is volledig toe te schrijven aan netto inschrijvingen. Eind september 2021 bedroeg het vermogen van de aandelenfondsen 88,6 miljard EUR. De aandelenfondsen bevinden zich hiermee 22,8 miljard EUR boven hun niveau van eind 2019 (= pré-Covid-19).
De categorie van de gemengde fondsen (inclusief de pensioenspaarfondsen) tekende een stijging van 1,8 miljard EUR, of +1,5 %, op tijdens het derde kwartaal van 2021. Deze stijging is volledig toe te schrijven aan netto inschrijvingen. Daarmee komt het gecommercialiseerde vermogen van de gemengde fondsen per eind september 2021 uit op 123,2 miljard EUR, ofwel 17,6 miljard EUR boven hun niveau van eind 2019 (= pré-Covid-19).
De gemengde fondsen kenden de voorbije jaren een toenemend succes en sinds 2015 vormen ze de grootste activa klasse. Door hun actieve asset allocatie zijn gemengde fondsen zeer geschikt voor het voeren van een risicospreiding-beleid in het kader van MiFID II: zij lenen zich uitstekend tot de afstemming van het product op het risicoprofiel van de cliënten.
Binnen de categorie van de gemengde fondsen kenden de pensioenspaarfondsen een stijging gedurende het derde kwartaal van 2021 ten belope van 0,3 miljard EUR, of +1,4 %. De pensioenspaarfondsen vertegenwoordigden per eind september 2021 een bedrag aan netto activa ten belope van 24,6 miljard EUR. Hiermee vestigen de pensioenspaarfondsen een nieuw record aan gecommercialiseerd vermogen. Tijdens het derde kwartaal van 2021 tekenden de pensioenspaarfondsen netto inschrijvingen op ten belope van 117 miljoen EUR.
De fondsen met kapitaalbescherming kenden tijdens het derde trimester van 2021 een daling van 0,2 miljard EUR en vertegenwoordigden eind september 2021 een vermogen van 2,7 miljard EUR. Deze beweging is toe te schrijven aan netto terugbetalingen.
Fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten
Binnen de groep van de fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten, daalden de activa van de in België gecommercialiseerde obligatiefondsen met 0,4 miljard EUR, ofwel -0,8 %, gedurende het derde kwartaal van 2021 waardoor ze eind september 2021 uitkomen op een bedrag van 44,5 miljard EUR. De daling wordt volledig verklaard door de koersverliezen opgetekend door de onderliggende activa.
De netto activa van de monetaire of geldmarktfondsen tekenden een stijging op van 1,5 miljard EUR, ofwel +65,5 %, gedurende de periode juli – september 2021.
Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een technische tussenkomst in de portefeuilles van gemengde dakfondsen. Immers, gegeven de eerder negatieve marktbewegingen tijdens het derde kwartaal, hebben vermogensbeheerders van dakfondsen gedurende deze periode een deel van hun onderliggende obligatiefondsen en volatielere aandelenfondsen ingeruild voor stabiele monetaire fondsen om het effect van de tijdelijke terugval van de financiële markten te milderen.
Openbaar verdeelde fondsen naar Belgisch recht
De openbare fondsen naar Belgisch recht waren eind september 2021 goed voor een totaal beheerd netto actief van 198,7 miljard EUR. Op datzelfde ogenblik vertegenwoordigden de pensioenspaarfondsen hierin grosso modo 1/8ste van de openbare fondsen naar Belgisch recht.
De berekening van de gemiddelde return van de pensioenspaarfondsen op jaarbasis per 30 september 2021 levert volgend resultaat op:
BEAMA heeft een boordtabel voor pensioenspaarfondsen ontwikkeld die als bijlage aan dit persbericht is toegevoegd. Dankzij deze boordtabel worden op kwartaalbasis de kerncijfers rond de derde pijler pensioenspaarfondsen en hun evolutie op een beknopte manier visueel weergegeven.
Niet-openbaar verdeelde institutionele fondsen naar Belgisch recht
Sinds de uitvoerings-KB’s gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad van 18 december 2007, kunnen investeringsvehikels ontwikkeld worden op maat van institutionele beleggers en dit onder de vorm van “Institutionele ICB met een veranderlijk aantal rechten van deelneming”. Deze institutionele fondsen zijn niet-openbare fondsen die dienen aangemeld te zijn bij de FOD Financiën.
Deze institutionele fondsen dienen niet verward te worden met de openbare fondsen met niet-retail aandelenklassen, die zijn aangemeld bij de FSMA.
Eind september 2021 vertegenwoordigden de 116 institutionele compartimenten naar Belgisch recht 24,6 miljard EUR aan netto actief. Deze fondsen spreken vele institutionele beleggers aan, mede doordat zij diepgang geven aan de institutionele markten op het vlak van financiële activa en pensioenvorming.