Record aan hypothecaire kredietverlening derde trimester op rij

28 oktober 2021 - 10 min leestijd

In het derde trimester van 2021 werden er bijna 68.500 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van 11 miljard EUR (exclusief herfinancieringen).

 

Dit betekent een stijging van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 18,5% ten opzichte van het derde trimester van vorig jaar. In bedrag werd er iets minder dan 32,5% meer krediet verstrekt dan toen. 

Bij dit alles mag niet vergeten worden dat ook het derde trimester van 2020 nog een relatief zwak trimester inzake verstrekte kredietovereenkomsten was ingevolge de coronacrisis en de ermee gepaard gaande lockdown tijdens het tweede trimester.

Een vergelijking met het meer “normale” derde trimester van 2019 leert dat in het voorbije trimester weliswaar iets minder kredieten werden verstrekt (-1,6%) dan toen, maar wel voor een fors hoger bedrag (+17%).

Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, daalde het aantal kredietaanvragen in het derde trimester van 2021 met ongeveer 17% ten opzichte van het derde trimester van 2020. Dit derde trimester 2020 volgde net na de lockdown waardoor de kredietaanvragen toen ten volle konden toenemen. Ook in bedrag was er een daling met ongeveer 12,5%.

 

Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet  (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.

De 54 leden van de BVK nemen samen ongeveer 90% van het totaal aantal nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (de zogeheten productie) voor hun rekening. Het totale uitstaande bedrag aan hypothecair krediet van de BVK-leden bedraagt eind september 2021 ongeveer 254 miljard EUR.

De hypothecaire kredietverlening heeft zich volledig hersteld

 

Na twee voorgaande uitzonderlijk sterke trimesters, werd ook in het derde trimester van 2021 opnieuw meer hypothecair krediet dan ooit in een derde trimester verstrekt. 

De rentevoeten voor hypothecaire kredieten bleven ook in het voorbije trimester nog zeer aantrekkelijk. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in augustus tussen 1,36% (voor kredieten met een vaste rentevoet en met een initiële periode van rentevastheid van meer dan 5 jaar en tot 10 jaar) en 2,09% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en tot 5 jaar).

Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het derde trimester van 2021 in vergelijking met het derde trimester van 2020:

Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.

  •  Het aantal kredietaanvragen (excl. deze voor herfinancieringen) is in het derde trimester van 2021 gedaald met 17% ten opzichte van het derde trimester van 2020. Ook ten opzichte van het derde trimester van 2019 was er een daling met bijna 10%. Het bedrag van de kredietaanvragen daalde eveneens met ongeveer 12,5% ten opzichte van 2020, maar ten opzichte van 2019 ligt het nog wel bijna 7% hoger. Er werden zodoende bijna 87.000 kredietaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van 15 miljard EUR.
  • De verstrekte hypothecaire kredieten zijn in het derde trimester van 2021 in aantal gestegen met ongeveer 18,5% ten opzichte van het derde trimester van vorig jaar. Ten opzichte van het derde trimester van 2019 is er een lichte daling met 1,5%. Het overeenstemmende bedrag steeg met ongeveer 32,5% ten opzichte van 2020. Ook ten opzichte van 2019 is er nog een stijging met bijna 17%. Er werden in totaal bijna 68.500 kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van 11 miljard EUR (excl. herfinancieringen).
  • Het aantal kredieten voor de bouw van een woning kende in het derde trimester procentueel de sterkste stijging, nl. +38,5% of 2.712 kredieten meer dan in het derde trimester van 2020, samen met het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+6.713, hetzij +22,7%). Het aantal kredieten voor de aankoop met verbouwing (+514) kende een stijging met bijna 20%, terwijl het aantal kredieten voor de renovatie van een woning (+885) een stijging kende met 6%. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (-164, hetzij -3,6%) kende een lichte daling ten opzichte van het derde trimester van 2020.
  • Het aantal externe herfinancieringen (+704, hetzij +7,5%) bleef ook in het derde trimester van 2021 stijgen, zij het in mindere mate dan tevoren. Er werden in het derde trimester van 2021 iets meer dan 10.000 externe herfinancieringen verstrekt voor iets meer dan 1,3 miljard EUR.  
  • Het gemiddelde bedrag voor een bouwkrediet steeg in het derde trimester van 2021 verder tot 208.000 EUR. Dat is een stijging met 40.000 EUR (of 23,5%) sinds begin 2019. Het gemiddelde bedrag van de kredieten voor aankoop + verbouwing kende opnieuw een forse stijging tot bijna 218.000 EUR. Het gemiddelde ontleende bedrag voor de aankoop van een woning steeg in het derde trimester van 2021 opnieuw tot 188.500 EUR.
  • In het derde trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 van de 10 kredietnemers voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. In minder dan 0,5% van de gevallen werd nog geopteerd voor een krediet met een jaarlijks veranderlijke rentevoet.
De hypothecaire kredietverlening volgt nog steeds de sterke stijging van de activiteit op de woningmarkt. Nooit eerder werd in het derde trimester zoveel hypothecair krediet verschaft. Ook de twee voorgaande trimesters waren uitzonderlijk hoog. We merken sinds enkele maanden wel een lichte daling in het aantal kredietaanvragen
Ivo Van Bulck, Secretaris-Generaal Beroepsvereniging van het Krediet

I. Aantal kredietvragen

 

Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het derde trimester van 2021 een daling met 17% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen daalde eveneens met 12,5%.

Het aantal kredietaanvragen daalde voor alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (-11.005) daalde met 18%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (-1.249) met 19%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de renovatie van een woning (-3.651, hetzij -19%), evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (-1.710, hetzij -24%) kenden een sterke daling. Er was slechts een lichte daling van het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (-242, hetzij -2%). Ook het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen kende een sterke daling met 35%.

Garage, bouwgrond, …

II. Aantal verstrekte kredieten in het derde trimester

 

In het derde trimester van 2021 steeg het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met 18,5% ten opzichte van het derde trimester van 2020. Het overeenstemmende bedrag steeg met 32,5%.

Nooit eerder werd in een derde trimester zoveel hypothecair krediet verleend.

III. Stijging van het aantal kredieten voor zowat alle bestemmingen

 

Er werden in het derde trimester van 2021 bijna 68.500 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 11 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.

Ten opzichte van het derde trimester van vorig jaar was er een stijging waar te nemen voor omzeggens alle bestemmingen.

Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+6.713) lag in het derde trimester van 2021 bijna 23% hoger dan in het derde trimester van 2020. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+514) kende een stijging met bijna 20%, terwijl het aantal bouwkredieten (+2.712) 38,5% hoger lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (-164) kende als enige een lichte daling met 3,5%. Het aantal kredieten voor de renovatie van een woning kende een eerder lichte stijging, nl. +6,3% of 885 kredieten meer dan in het derde trimester van 2020.

Daarnaast bleef ook in het derde trimester van 2021 het aantal externe herfinancieringen nog een stijging vertonen met 7,5%. Er werden meer bepaald iets meer dan 10.000 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaalbedrag van bijna 1,3 miljard EUR.

IV. Gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning stijgt met 40.000 EUR op minder dan drie jaar tijd

 

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning kende in het derde trimester van 2021 een verdere stijging en klokte af op 208.000 EUR. Dit betekent een stijging met ongeveer 40.000 EUR (of 23,5%) sinds begin 2019.

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie kende in het derde trimester een forse stijging tot bijna 218.000 EUR. Dit is niettemin “slechts” een stijging met ongeveer 23.000 EUR (of 12%) sinds begin 2019.

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning kende in het derde trimester van 2021 opnieuw een stijging tot  iets meer dan 188.000 EUR. Ook dit is een stijging met 29.000 EUR (of meer dan 18%) ten opzichte van begin 2019.

V. Meer dan 9 op 10 kredietnemers opteren voor een vaste rentevoet

 

In het derde trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (92,9%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Iets meer dan 6,5% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde bedraagt minder dan 0,5%.

Rekening houdend met de nog steeds zeer lage rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Het aantal personen dat nog opteert voor een veranderlijke rentevoet blijft laag, zeker wat de jaarlijks veranderlijke rentevoet betreft. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet.

Verantwoorde hypothecaire kredietverlening blijft het uitgangspunt

 

De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven.  Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.