5 mei 2022 - 10 min leestijd
In het eerste trimester van 2022 werden er bijna 68.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van meer dan 11 miljard EUR (exclusief herfinancieringen). Dit betekent een stijging van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 4,5% ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar. In bedrag werd er iets meer dan 17% meer krediet verstrekt dan toen. Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, daalde het aantal kredietaanvragen in het eerste trimester van 2022 met ongeveer 8,5% ten opzichte van het eerste trimester van 2021. Ook in bedrag was er een daling met ongeveer 4%.
Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
De 49 leden van de BVK nemen samen ongeveer 90% van het totaal aantal nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (de zogeheten productie) voor hun rekening. Het totale uitstaande bedrag aan hypothecair krediet van de BVK-leden bedraagt einde maart 2022 ongeveer 261 miljard EUR.
Na een zeer sterk 2021 werd ook in het eerste trimester van 2022 opnieuw meer hypothecair krediet dan ooit in een eerste trimester verstrekt. De rentevoeten voor hypothecaire kredieten bleven ook in het voorbije trimester nog zeer aantrekkelijk. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in februari tussen 1,43% (voor kredieten met een vaste rentevoet en met een initiële periode van rentevastheid van meer dan 10 jaar) en 2,16% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en tot 5 jaar).
“Ook 2022 startte met een sterk eerste trimester. Nooit eerder werd in het eerste trimester zoveel hypothecair krediet verschaft. In de kredietaanvragen merken we sinds enkele maanden wel een daling. Dit zou kunnen wijzen op een toekomstige stabilisering of daling. ”
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het eerste trimester van 2022 in vergelijking met het eerste trimester van 2021:
Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Het aantal kredietaanvragen (excl. deze voor herfinancieringen) is in het eerste trimester van 2022 gedaald met 8,5% ten opzichte van het eerste trimester van 2021. Het bedrag van de kredietaanvragen daalde eveneens met ongeveer 4% ten opzichte van 2021. Er werden zodoende bijna 108.000 kredietaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van 19 miljard EUR.
De verstrekte hypothecaire kredieten zijn in het eerste trimester van 2022 in aantal gestegen met ongeveer 4,5% ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar. Het overeenstemmende bedrag steeg met ongeveer 17% ten opzichte van 2021. Er werden in totaal bijna 68.000 kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van meer dan 11 miljard EUR (excl. herfinancieringen).
Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning kende in het eerste trimester procentueel de sterkste stijging, nl. +16,5% of 5.334 kredieten meer dan in het eerste trimester van 2021, samen met het aantal kredieten voor de aankoop met verbouwing (+207, hetzij +7%). Het aantal kredieten voor de bouw van een woning (+171) kende een stijging met iets meer dan 2%, terwijl het aantal kredieten voor de renovatie van een woning (-1.641) een daling kende met 10%. Ook het aantal kredieten voor andere doeleinden [1] (-1.185, hetzij -22,3%) kende een daling ten opzichte van het eerste trimester van 2021.
Het aantal externe herfinancieringen (-3.001, hetzij -27%) daalde sterk in het eerste trimester van 2022. Er werden in het eerste trimester van 2022 toch nog meer dan 8.000 externe herfinancieringen verstrekt voor bijna 1,1 miljard EUR.
Het gemiddelde ontleende bedrag voor de aankoop van een woning steeg in het eerste trimester van 2022 opnieuw fors tot 196.000 EUR. Dat is een stijging met ongeveer 37.000 EUR (of 23%) op drie jaar tijd. Het gemiddelde bedrag voor een bouwkrediet steeg in het eerste trimester van 2022 verder tot 210.000 EUR. Dat is een stijging met zelfs 41.500 EUR (of 24,6%) sinds begin 2019. Het gemiddelde bedrag van de kredieten voor aankoop + verbouwing bereikte opnieuw zijn hoogste niveau van ongeveer 218.000 EUR.
In het eerste trimester van 2022 kozen opnieuw meer dan 9 van de 10 kredietnemers (93,5%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. In slechts 0,6% van de gevallen werd nog geopteerd voor een krediet met een jaarlijks veranderlijke rentevoet.
[1] Garage, bouwgrond …
Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het eerste trimester van 2022 een daling met 8,5% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen daalde eveneens met 4%.
Het aantal kredietaanvragen daalde voor bijna alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (-2.606) daalden met 4,3%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (-1.766) met 22,4%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de renovatie van een woning (-4.200, hetzij -16,2%), evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (-1.575, hetzij -20%) kenden een sterke daling. Enkel het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (+42, hetzij +0,3%) kende een stabilisering. Ook het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen kende een sterke daling met 28,5%.
Garage, bouwgrond, …
In het eerste trimester van 2022 steeg het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met bijna 4,5% ten opzichte van het eerste trimester van 2021. Het overeenstemmende bedrag steeg met 17%.
Nooit eerder werd in een eerste trimester zoveel hypothecair krediet verleend.
Er werden in het eerste trimester van 2022 bijna 68.000 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van iets meer dan 11 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Toch was er ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar niet voor alle bestemmingen een stijging waar te nemen.
Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+5.334) lag in het eerste trimester van 2022 16,5% hoger dan in het eerste trimester van 2021. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+207) kende een stijging met 7%, terwijl het aantal bouwkredieten (+171) 2% hoger lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (-1.185) kende een daling met 22,3%. Het aantal kredieten voor de renovatie van een woning kende eveneens een daling, nl. -10% of 1.641 kredieten minder dan in het eerste trimester van 2021.
Daarnaast daalde in het eerste trimester van 2022 ook het aantal externe herfinancieringen met 27%. Er werden niettemin nog iets meer dan 8.000 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 1,1 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning kende in het eerste trimester van 2022 opnieuw een sterke stijging tot iets meer dan 196.000 EUR. Dit is een stijging met ongeveer 37.000 EUR (of 23%) op drie jaar tijd.
Ook het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning kende in het eerste trimester van 2022 een verdere stijging en klokte af op 210.000 EUR. Dit betekent een stijging met ongeveer 41.500 EUR (of 24,6%) sinds begin 2019.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie bereikte in het eerste trimester opnieuw zijn hoogste niveau van bijna 218.000 EUR. Dit is niettemin “slechts” een stijging met ongeveer 23.000 EUR (of 12%) sinds begin 2019.
In het eerste trimester van 2022 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (93,5%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Ongeveer 6% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde bedraagt slechts 0,6%.
Rekening houdend met de nog steeds zeer lage rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Het aantal personen dat nog opteert voor een veranderlijke rentevoet blijft laag, zeker wat de jaarlijks veranderlijke rentevoet betreft. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet.
De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven. Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.