10 min leestijd
Herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, steeg het aantal kredietaanvragen in het eerste trimester van 2021 met 46% ten opzichte van het eerste trimester van 2020. Ook in bedrag was er een stijging met ongeveer 59,5%.
In het eerste trimester van 2021 werden er 65.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ongeveer 9,5 miljard EUR (exclusief herfinancieringen).
Ook dit betekent een stijging van het aantal verstrekte kredietovereenkomsten met ongeveer 35% ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar. In bedrag werd er ongeveer 51% meer krediet verstrekt dan toen.
Bij dit alles mag niet vergeten worden dat het eerste trimester van 2020 een eerder zwak trimester was na de afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen eind 2019 en het feit dat heel wat kredietnemers dientengevolge hun financieringsprojecten (aankoop, bouw en renovatie) op het einde van 2019 vervroegd hadden afgerond, maar ook ingevolge het begin van de coronacrisis in maart.
Maar ook een vergelijking met het eerste trimester van 2019 leert dat in het voorbije trimester sterke cijfers werden neergezet.
Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd.
De 54 leden van de BVK nemen samen ongeveer 90% van het totaal aantal nieuw verstrekte hypothecaire kredieten (de zogeheten productie) voor hun rekening. Het totale uitstaande bedrag aan hypothecair krediet van de BVK-leden bedraagt eind maart 2021 ongeveer 246 miljard EUR.
Het herstel van de immobiliënmarkt en van de vraag naar hypothecair krediet zette zich ook in het eerste trimester van 2021 verder door, na het ook al sterke laatste trimester van 2020.
Dit betreft enerzijds nog een inhaalbeweging na het bijzondere “coronajaar” 2020 en de drang bij consumenten naar een betere thuissituatie ingevolge toegenomen thuiswerk en beperking van vakantiemogelijkheden.
Maar anderzijds bleven ook de rentevoeten voor hypothecaire kredieten in het voorbije trimester zeer aantrekkelijk. Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen die in februari tussen 1,34 % (voor kredieten met een veranderlijke rentevoet en een initiële periode van rentevastheid van meer dan 5 jaar en tot 10 jaar) en 2,12% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en tot 5 jaar).
"De woningmarkt is na de dip in de eerste helft van vorig jaar hersteld", zo stelt Ivo Van Bulck, Secretaris-generaal van de Beroepsvereniging van het Krediet. “Het grote aantal kredietaanvragen in het voorbije trimester geeft aan dat ook in de komende maanden de hypothecaire kredietverlening waarschijnlijk hoge toppen zal blijven scheren.”
Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het eerste trimester van 2021 in vergelijking met het eerste trimester van 2020:
Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het eerste trimester van 2021 een stijging met bijna 46% ten opzichte van hetzelfde trimester van vorig jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen steeg eveneens met bijna 60%.
Het aantal kredietaanvragen steeg voor alle doeleinden. De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (+15.788) stegen met 35,5%, deze voor de aankoop + renovatie van een woning (+3.212) met bijna 69%. Ook het aantal kredietaanvragen voor de bouw van een woning (+6.411, hetzij +66,7%) en voor de renovatie van een woning (+9.209, hetzij +55,3%) kenden een sterke stijging, evenals het aantal kredietaanvragen voor andere doeleinden (+2.359, hetzij +43,2%). Ook het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen kende opnieuw een stijging met 49%.
Garage, bouwgrond, …
Nooit eerder werden zoveel kredietaanvragen ingediend.
In het eerste trimester van 2021 steeg het aantal verstrekte kredieten, externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, met meer dan 35% ten opzichte van het eerste trimester van 2020. Het overeenstemmende bedrag steeg met meer dan 51%.
Nooit eerder werd in een eerste trimester zoveel hypothecair krediet verleend.
Er werden in het eerste trimester van 2021 iets meer dan 65.000 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 9,5 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.
Ten opzichte van het eerste trimester van vorig jaar was er een stijging waar te nemen voor alle bestemmingen.
Het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (+8.973) lag in het eerste trimester van 2021 meer dan 38% hoger dan in het eerste trimester van 2020. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+771) kende een stijging met bijna 36%, terwijl het aantal bouwkredieten (+2.368) 42% hoger lag. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (+1.620) kende een stijging met 44%. Ook het aantal kredieten voor de renovatie van een woning kende een stijging, nl. +24,5% of 3.244 kredieten meer dan in het eerste trimester van 2020.
Daarnaast bleef ook in het eerste trimester van 2021 het aantal externe herfinancieringen nog een stijging vertonen met meer dan 51%. Er werden meer bepaald iets meer dan 11.000 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaalbedrag van iets meer dan 1,4 miljard EUR.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning kende in het eerste trimester van 2021 een verdere stijging en doorbrak daarmee de grens van 200.000 EUR. Met een gemiddeld bedrag van 204.000 EUR, betekent dit een stijging met meer dan 36.000 EUR (of 21%) sinds begin 2019.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie overschreed met 200.606 EUR in het eerste trimester eveneens opnieuw de grens van 200.000 EUR. Dit is niettemin “slechts” een stijging met ongeveer 6.000 EUR (of 3%) sinds begin 2019.
Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning bleef in het eerste trimester van 2021 schommelen rond 181.000 EUR. Ook dit is een stijging met 21.000 EUR (of 13,4%) ten opzichte van begin 2019.
In het eerste trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (92%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Iets meer dan 7% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde bedraagt nog nauwelijks 0,6%.
In het eerste trimester van 2021 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (92%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Iets meer dan 7% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde bedraagt nog nauwelijks 0,6%.
De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven. Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.