​​Hypothecair krediet in 2023: een pauze na twee uitzonderlijke jaren​

Blijf up to date met de laatste maatregelen vanuit de financiële sector

14 min leestijd

2023 was een jaar waarin de hypothecaire kredietverlening na 2 uitzonderlijke jaren een pauze heeft genomen, dit mede ten gevolge van de stijging van de rentevoeten, waardoor de ontleningscapaciteit daalde.  

 

Het aantal kredietaanvragen, herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, kende in 2023 een daling van iets meer dan 24% ten opzichte van 2022. Er was een gelijkaardige daling in bedrag. De kredietaanvragen voor « nieuwbouw » kenden een sterke daling van meer dan 44% in aantal en bijna 45% in bedrag. Het aantal kredietaanvragen voor « Aankoop + renovatie » kende dan weer een minder sterke daling ten opzichte van 2022, respectievelijk van 9% in aantal en 14,5% in bedrag.  

Alhoewel het geen gemakkelijk jaar was, werden, steeds de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, toch nog meer dan 180.000 kredieten verstrekt voor een bedrag van bijna 30 miljard euro. Dit betekent evenwel een daling met 30% ten opzichte van 2022

 

Bron: BKV

 

Dat blijkt uit de statistieken inzake hypothecair krediet die de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) vandaag heeft gepubliceerd. 

 

Minder sterke daling in de tweede jaarhelft

 

In de eerste helft van 2023 werd ten volle de impact van de rentestijging gevoeld, die na 2 recordjaren leidde tot een daling van de ontleningscapaciteit en bijgevolg van de vraag naar hypothecair krediet.

Ook de tweede jaarhelft volgde nog die negatieve tendens, maar wel minder uitgesproken. In de tweede jaarhelft werd inderdaad nog een daling vastgesteld, herfinancieringen buiten beschouwing gelaten, van 23,3% in bedrag ten opzichte van dezelfde periode in 2022. In de eerste jaarhelft was dit nog een daling met 36,1% ten opzichte van 2022.

In een markt die te kampen heeft met wat wordt aangevoeld als “hoge” rentevoeten en dientengevolge een daling van de terugbetalings- en ontleningscapaciteit, werden in de tweede jaarhelft toch nog 93.000 hypothecaire kredieten verstrekt voor bijna 15,4 miljard euro.

 

Bron: BKV

 

De rentevoeten hebben dus een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van het voorbije jaar.  Volgens cijfers gepubliceerd door de Nationale Bank van België bedroegen de rentevoeten in november 2023 tussen 3,56% (voor kredieten met een veranderlijke rentevoet en een initiële periode van rentevastheid van meer dan 10 jaar) en 5,45% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode tot 1 jaar).

 
"In een markt die te kampen heeft met wat wordt aangevoeld als “hoge” rentevoeten en dientengevolge een daling van de terugbetalings- en ontleningscapaciteit, kende de hypothecaire kredietverlening in de tweede jaarhelft een minder uitgesproken daling”
Ivo Van Bulck, Secretaris-generaal van de Beroepsvereniging van het Krediet
 

Hieronder vindt u de belangrijkste vaststellingen voor het hele jaar 2023, met tevens speciale focus op het vierde trimester.

Bij deze cijfers zijn de herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.

 

Met betrekking tot het hele jaar 2023:

  • Het aantal kredietaanvragen (excl. deze voor herfinancieringen) lag in 2023 iets meer dan 24% lager ten opzichte van 2022. Het bedrag van de kredietaanvragen lag eveneens ongeveer 24% lager ten opzichte van 2022. Er werden zodoende 267.000 kredietaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van meer dan 48,3 miljard EUR.
  • Er werden in 2023 in totaal iets meer dan 180.000 hypothecaire kredieten (excl. herfinancieringen) verstrekt voor een totaalbedrag van bijna 30 miljard EUR. De verstrekte hypothecaire kredieten zijn in 2023 dus in aantal met bijna 30% gedaald ten opzichte van 2022, en ten opzichte van het recordjaar 2019 is er zelfs een daling met meer dan 41%. Ook het overeenstemmende bedrag kende een daling met iets meer dan 30% ten opzichte van 2022.
  • Het aantal verstrekte kredieten kende in het algemeen in 2023 een dalende tendens ongeacht het doeleinde. Dit is het geval voor het aantal verstrekte kredieten voor de aankoop van een woning (-34.589, hetzij -24,3%), voor het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (-2.002, hetzij -16,5%), voor de bouwkredieten (-14.554, hetzij -41,7%), voor de kredieten voor de renovatie van een woning (-17.874, hetzij -34,3%) en voor het aantal kredieten voor andere doeleinden (garage, bouwgrond...) (-5.643, hetzij -41,2%)
  • Het aantal externe herfinancieringen (-17.143, hetzij -71,1%) kende in 2023 een sterke daling ten opzichte van het voorgaande jaar. Er werden in 2023 nog nauwelijks 7.000 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaalbedrag van iets minder dan 900 miljoen EUR.
 

Een focus op het vierde trimester van 2023 in vergelijking met het vierde trimester van 2022 geeft volgende resultaten.

  • Er kan vastgesteld worden dat in het vierde trimester van 2023 ongeveer 65.000 kredietaanvragen werden ingediend voor in totaal iets meer dan 11,7 miljard EUR, hetgeen zowel in aantal een daling met ongeveer 8% betekent en, in bedrag, een daling met iets minder dan 8%, telkens ten opzichte van het laatste trimester van 2022.
  • In vergelijking met het vierde trimester van 2022 is het aantal verstrekte hypothecaire kredieten in het vierde trimester van 2023 globaal genomen gedaald (-12,9%). Die daling is nog meer uitgesproken ten opzichte van 2021 (-21,3%). In vergelijking met het (ingevolge de afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen) recordtrimester Q4 2019 bedraagt ze zelfs -54,5%.
  • Ook in bedrag werd er in het vierde trimester van 2023 ongeveer 14,6% minder krediet verstrekt dan in het vierde trimester van 2022. In vergelijking met 2020 (-27,7%) en met het uitzonderlijke vierde trimester van 2019 (-44,6%) is die daling nog meer uitgesproken.
  • Er werden in totaal iets meer dan 49.000 kredieten verstrekt voor een bedrag van 8,2 miljard EUR (excl. herfinancieringen).
  • Het aantal externe herfinancieringen bleef verder dalen in het vierde trimester van 2023. Er werden in het vierde trimester van 2023 nauwelijks 1.700 externe herfinancieringen verstrekt voor een bedrag van iets meer dan 227 miljoen EUR.  
  • Het gemiddelde bedrag van de kredieten voor aankoop + verbouwing kende in het vierde trimester opnieuw een daling tot 182.000 EUR. Het gemiddelde ontleende bedrag voor de aankoop van een woning daalde in het vierde trimester van 2023 ook licht tot iets minder dan 193.000 EUR. Het gemiddelde bedrag voor een bouwkrediet daalde in het vierde trimester van 2023 tot ongeveer 210.000 EUR.
  • In het vierde trimester van 2023 kozen opnieuw meer dan 9 van de 10 kredietnemers (97,3%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. In slechts 0,3% van de gevallen werd nog geopteerd voor een krediet met een jaarlijks veranderlijke rentevoet.
 

I. Aantal kredietaanvragen in het vierde trimester 

 

Het aantal kredietaanvragen, zonder deze die betrekking hadden op een externe herfinanciering, kende in de loop van het vierde trimester van 2023 een daling met ongeveer 8% ten opzichte van hetzelfde trimester van het voorgaande jaar. Het onderliggende bedrag van de kredietaanvragen daalde iets minder sterk, namelijk met bijna 8%, in het laatste trimester van 2023.

Bron: BKV

 

De kredietaanvragen voor de aankoop van een woning (-3.442) daalden met -7,8%, deze voor de renovatie van een woning (-706) met -6,1%, deze voor de bouw van een woning (-2.103) met 25,6% en deze voor andere doeleinden (bouwgrond, garage...) (-458) met -14,3%. Het aantal aanvragen voor externe herfinancieringen kende in het laatste trimester van 2023 een daling met 21,5%. Het aantal kredietaanvragen voor de aankoop + renovatie van een woning kende evenwel een toename (23%).

 

II. Aantal verstrekte kredieten in het vierde trimester

 

Vergeleken met het vierde trimester van 2022 zijn de verstrekte hypothecaire kredieten in het vierde trimester van 2023 zoals in de rest van het jaar gedaald, maar toch in mindere mate, namelijk met -12,9% in aantal en bijna -15% in bedrag.

 

Bron: BKV

 

Die daling is in aantal verstrekte kredieten nog meer uitgesproken ten opzichte van 2020              (-34%). In vergelijking met het (ingevolge de afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen) recordtrimester Q4 2019 bedraagt ze zelfs -54,5%.

Ook in bedrag werd er in het vierde trimester van 2023 ongeveer 14,6% minder krediet verstrekt dan in het vierde trimester van 2022. In vergelijking met 2020 (-27,7%) en met het uitzonderlijke vierde trimester van 2019 (-44,6%) is de daling nog meer uitgesproken.

 

III. Evolutie van het aantal kredieten per bestemming

 

Er werden in het vierde trimester van 2023 49.000 nieuwe kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van ongeveer 8,2 miljard EUR – externe herfinancieringen buiten beschouwing gelaten.

Vergeleken met 2022 is dit zoals gezegd een daling met ongeveer 13% in aantal contracten en iets minder dan 15% in overeenstemmend bedrag. In vergelijking met het vierde trimester van 2022 geeft dit een gemengd beeld: het aantal kredieten voor de aankoop van een woning (-3.931) lag in het vierde trimester van 2023 meer dan 11,7% lager dan in het vierde trimester van 2022. Het aantal kredieten voor aankoop met verbouwing (+397) kende daarentegen een stijging met ongeveer 14,7%. Het aantal kredieten voor andere doeleinden (-375, hetzij -14,9%), het aantal renovatiekredieten (-1.623, hetzij -15,5%) en het aantal bouwkredieten (-1.744, hetzij -25%) kenden dan weer eveneens een daling ten opzichte van het vierde trimester van 2022.

Daarnaast lag in het vierde trimester van 2023 het aantal externe herfinancieringen merkelijk lager (-44%) dan in het vierde trimester van 2022. Er werden nog slechts ongeveer 1.700 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaal bedrag van iets minder dan 230 miljoen EUR.

Bron: BKV

 

IV. Stabilisering van de gemiddelde bedragen

 

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de bouw van een woning stabiliseerde eind 2023 rond ongeveer 210.000 EUR. Dit vormt een daling met iets minder dan 4.000 EUR ten opzichte van eind 2022, maar een stijging met ongeveer 38.000 EUR (+22,2%) over een periode van 5 jaar.

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning daalde in de loop van 2023 licht tot ongeveer 193.000 EUR. Ook hier gaat het evenwel over een stijging met 33.000 EUR (+20,5%) over een periode van 5 jaar.

Het gemiddelde bedrag van de renovatiekredieten kende de sterkere daling ten opzichte van één jaar tevoren: van ongeveer 70.500 EUR eind 2022 tot iets meer dan 61.000 EUR eind 2023. Niettemin kende dit gemiddelde bedrag een stijging met iets minder dan 7.000 EUR (+12,5%) in 5 jaar.

Het gemiddelde bedrag van een krediet voor de aankoop van een woning + renovatie kende in 2023 eveneens een aanzienlijke daling tot ongeveer 181.500 EUR. Dit is het enige soort krediet dat ook een daling van het gemiddelde bedrag met ongeveer 7% heeft gekend over een periode van 5 jaar.

Bron: BKV

 

V. Meer dan 97% van de kredietnemers kiest vaste rentevoet

 

In het vierde trimester van 2023 kozen opnieuw meer dan 9 op 10 kredietnemers (97,3%) voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Ongeveer 2,7% van de kredietnemers opteerde voor een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid tussen 3 en 10 jaar. Het aantal kredietnemers dat voor een jaarlijks veranderlijke rentevoet opteerde, beperkte zich tot 0,3%.

Bron: BKV

 

Rekening houdend met de hogere rentevoeten (zie grafiek hierna) blijft de Belgische consument dus in overgrote mate kiezen voor zekerheid. Het aantal personen dat nog opteert voor een veranderlijke rentevoet blijft laag, zeker wat de jaarlijks veranderlijke rentevoet betreft. Maar ook in geval van een veranderlijke rentevoet wordt de consument door de wetgeving ten zeerste beschermd. Zo kan de veranderlijke rentevoet na aanpassing aan de evolutie van de toepasselijke referte-indexen nooit meer bedragen dan het dubbele van de initiële rentevoet

Bron: NBB Stat

 

De kredietsector is en blijft zich ervan bewust dat hypothecaire kredietverlening met grote zorg moet gebeuren en dat verantwoorde kredietverlening het absolute uitgangspunt moet blijven.  Op dat punt zit de sector op dezelfde lijn als de toezichthouder: de kredietverstrekkers moeten bijzondere aandacht blijven verlenen aan de terugbetalingscapaciteit om enerzijds maximaal te vermijden dat individuele kredietnemers te omvangrijke leningen zouden aangaan, en anderzijds op termijn de financiële stabiliteit te vrijwaren.

 

De volledige statistieken inzake hypothecair krediet (2000 – 2023) opgesplitst naar de bestemming van het krediet en naar het type van rentevoet, zijn beschikbaar op de website van de BVK (www.upc-bvk.be) onder de rubriek “Pers & cijfers”.