Begrotingsbeslissing DGS‑bijdragen tast competitiviteit Belgische banken aan

5 april 2023 - 4 min leestijd

De banksector is bijzonder teleurgesteld in de beslissing van de regering om de deposito-garantiebijdrage, die de Belgische banken jaarlijks betalen, verder op te trekken naar een ongekende hoogte van 1,8% van de gedekte deposito’s. Het percentage van 1,8% van de gedekte deposito’s dient bereikt te worden tegen 3 juli 2025. Ook al heeft de DGS-hervorming enkele merites, zoals het instellen van een te bereiken bovengrens, is deze bovengrens van 1,8% ongezien in Europa.

 

Deze maatregel is een begrotingsmaatregel en ondergraaft de Europese en internationale concurrentiepositie van de Belgische banken en de rol die ze spelen in de ondersteuning van onze economie.

DGS-bijdrage als begrotingsmaatregel

 

De depositogarantie-bijdrage is een belangrijke bijdrage van de sector, ter bescherming van de spaartegoeden van de Belgische burgers. Deze bijdrage is Europees geregeld en in de eerste plaats bestemd om het spaargeld te beschermen. Een goede zaak, en een bijdrage die door de sector niet in vraag wordt gesteld. Maar in België wordt deze bijdrage door de regering echter als een budgettaire maatregel beschouwd om de begroting te spijzen, wat volledig indruist tegen de Europese doelstelling.

Het is om die reden dat de Belgische regering heeft beslist de DGS-bijdrage nu op te trekken tot een ongeziene hoogte van 1,8% van de gedekte deposito’s, terwijl men in Europa een norm van 0,8% hanteert. De Belgische banken zullen dus 2 tot 3 keer meer DGS-bijdragen betalen dan andere Europese banken (Frankrijk: 0,5%; Nederland 0,8%, Duitsland 0,8%,…). Dit terwijl de banksector in België bijzonder gezond en solide is. De gouverneur van de NBB heeft recent nog te kennen gegeven dat de Belgische banken tot de meest sterke en stabiele banken van Europa behoren. De DGS-bijdrage in België is dus bijzonder hoog, in vergelijking met ons risicoprofiel en de andere banken in Europa. Dit tast de concurrentiepositie van de Belgische banken in Europa sterk aan, alsook de aantrekkelijkheid van België als financieel centrum.

Ondersteuning economie aangetast

 

Febelfin is van mening dat een sterke banksector primordiaal is voor de ondersteuning van de economie en de maatschappij.

De Belgische banken hebben steeds klaar gestaan om de economie ten volle te ondersteunen, in tijden van crisis. Tijdens de covidcrisis zijn de banken kredieten blijven verstrekken en hebben ze bedrijven en gezinnen die in financiële problemen kwamen bijgestaan. Met de energiecrisis hebben ze dit engagement herhaald. Om die rol te kunnen blijven spelen is een sterke en gezonde banksector noodzakelijk. Door de extra heffingen en bijdragen vermindert de slagkracht van de banken om onze economie te kunnen ondersteunen. De mogelijke impact op het verlenen van krediet aan bedrijven en gezinnen mag niet onderschat worden. De banken zorgen ervoor dat geldstromen vloeien naar waar ze nodig zijn. Via hun kredietwerking kanaliseren ze de tegoeden van spaarders naar de projecten van anderen. Bovendien kunnen ze door hun eigen hefboomeffect een grote stimulans aan de economie geven. Met een bedrag van 100 miljoen euro aan extra kapitaal, kunnen de banken dan voor ongeveer 2 miljard euro bijkomend krediet verlenen. 

Banken dienen bovendien voldoende capaciteit te hebben om schokken op te vangen en de uitdagingen van de toekomst aan te gaan, zoals de belangrijke rol die financiële instellingen spelen in de financiering van de transitie naar een meer duurzame maatschappij. Deze budgettaire maatregelen verminderen de capaciteit van de banken om de nodige zuurstof aan de bedrijven en gezinnen te geven, en hinderen hen ook om hun rol op te nemen in een Europese en internationale context. 

Europese competitiviteit

 

Belgische banken dragen vandaag reeds veel bij tot de overheidsfinanciën en tot de werking van het financiële systeem. Voor 2022 kan het totale bedrag op 3,7 miljard geschat worden. Naast de ’klassieke’ taksen en heffingen (vennootschapsbelasting, sociale bijdragen…) betaalt de Belgische financiële sector jaarlijks immers nog een aantal specifieke heffingen, waaronder de Jaarlijkse Taks op de Kredietinstellingen (JTK), de DGS-bijdrage en de bijdrage aan het resolutiefonds (SRF). Goed voor ongeveer 1,6 miljard euro in 2022. 

Een vergelijking met onze buurlanden laat zien dat Belgische banken zelfs nu reeds aanzienlijke hogere bijdrages en lasten betalen. Febelfin is dan ook enorm bezorgd over de competitiviteit van de Belgische financiële sector in een Europese en internationale context.

Febelfin roept de regering dan ook op om grondig te reflecteren over de impact van deze begrotingsmaatregelen op de Belgische banksector, en in het verlengde de hele Belgische economie.