27 juli 2023 - 7 min leestijd
Op 18 juni bestond het overlegplatform tegen witwaspraktijken twee jaar. Hoe kijkt de banksector naar het verloop en de verwezenlijkingen van deze samenwerking? Wij spraken met Gregory Machenil, Director Legal Affairs & Compliance bij Febelfin.
Banken hebben een poortwachtersfunctie: ze zorgen ervoor dat criminele organisaties en fraudeurs geen toegang krijgen tot het financiële systeem. Zo kunnen opbrengsten die voortkomen uit criminele activiteiten, niet worden witgewassen en in het legale circuit terecht komen. Vereenvoudigd gesteld vervullen de banken deze poortwachtersfunctie grosso modo op twee manieren:
Banken doen altijd een nauwkeurige screening van nieuwe klanten. Als je klant wil worden bij een bank, dan zal die jouw identiteit verifiëren: klopt wat jij vertelt met wat er op jouw identiteitskaart staat? Ernaast vraagt de bank ook voor welke doeleinden jij die rekening wil gaan gebruiken (professioneel, privé, …?)
Daarnaast monitoren banken permanent financiële transacties op rekeningen. Wanneer de bank atypische transacties vermoedt, dan heeft die meldingsplicht bij de CFI (Cel voor Financiële Informatieverwerking).
Om deze gatekeeperrol te vervullen, doen banken aanzienlijke investeringen. Naast een investering in de nodige infrastructuur (bv. verdere automatisering via IT-detectietools), investeren banken ook in hun medewerkers. Banken nemen profielen aan die geschikt zijn om atypische transacties te kunnen herkennen, en voorzien conform de wetgeving in specifieke opleidingen en bijscholingen om de strijd optimaal te kunnen voeren.
Heel erg belangrijk. De strijd tegen fiscale fraude is uiteraard niet nieuw. Die is al lange tijd een prioriteit voor de Belgische banken, en dat nam de laatste jaren alleen maar toe. Banken zijn de belangrijkste stakeholders in het doorgeven van informatie naar de overheid. Zo kreeg de CFI vorig jaar maar liefst 53 000 meldingen van vermoedelijk verdachte transacties, waarvan 52% gemeld werd door de banksector (voor meer informatie kan je terecht in het jaarverslag van de CFI.
De sector speelt dus een grote maatschappelijke rol in de strijd tegen witwassen, want op geen enkele manier willen de banken meewerken aan witwaspraktijken of aan de financiering van terrorisme. Op die manier beschermen ze dus de maatschappij tegen deze vorm van criminaliteit.
Die oproep kwam er door een samenloop van omstandigheden. De poortwachtersfunctie van de banken is, naast een cruciale missie, ook een wettelijk opgelegde rol. Een rol die de banken met veel plichtsbewustzijn vervullen samen met andere sectoren die onderworpen zijn aan de antiwitwaswetgeving (zoals de verzekeraars, notarissen, advocaten, …). De financiële sector vond al langere tijd dat de strijd tegen witwaspraktijken een gedeelde taak was met de overheid en wou de krachten bundelen om informatiedeling optimaler te laten verlopen. Er was uiteraard al sprake van samenwerking tussen de sector en de overheid, maar het verliep eerder fragmentarisch: bilateraal tussen de individuele stakeholders.
Ook werden enkele mondiale en Europese banken op de vingers getikt. Dit zorgde voor politieke aandacht en bijgevolg een verdere verstrenging van de antiwitwaswetgeving. Banken moesten nog meer inspanningen leveren in de strijd tegen witwassen, en strenger optreden. De banken gaven hier uiteraard gevolg aan maar stelden ook dat het een strijd was die ze niet alleen kon blijven voeren: een meer gestructureerde samenwerking was noodzakelijk om witwassen aan banden te leggen.
Daarom reikte Febelfin in 2020 de hand naar andere stakeholders, zoals toezichthouders (FSMA, CFI en NBB), de overheid, politie en andere private spelers (Assuralia bv). De sector deed de oproep tot meer samenwerking tegen witwaspraktijken tussen private en publieke stakeholders: ze kwam met het voorstel om een overlegplatform antiwitwassen op te richten. Op 18 juni 2021 ging het AML-overlegplatform officieel van start.
Het overlegplatform brengt alle spelers rond de tafel voor overlegmomenten en een constructieve dialoog. Als grootste doel wil het platform inzichten delen. Stakeholders bundelen via het overlegplatform de puzzelstukjes informatie die elk van ons heeft, om een beter overzicht te creëren. Zo krijgen we dan meer inzicht in trends, typologieën en grotere issues rond witwassen en financiering van terrorisme. Door deze samenwerking creëer je bovendien een bondgenootschap in de strijd tegen witwassen.
Verder denkt het overlegplatform ook aan concrete oplossingen om nog beter op te kunnen treden tegen witwaspraktijen. Op dit moment kunnen banken slechts beperkt informatie met elkaar delen over mogelijks verdachte transacties. In het kader van de nieuwe Europese antiwitwas-regelgeving die eraan komt (het nieuw Europees AML-pakket), pleit Febelfin pleit ervoor om dat wettelijk kader breder te trekken en ruimere uitwisseling tussen banken en andere stakeholders mogelijk te maken.
Ik ben heel tevreden tot nu toe: het platform heeft geholpen bij identificatie van wat er leeft en wat de echte moeilijkheden zijn waarmee banken, toezichthouders, overheden en de maatschappij te maken krijgen in de strijd tegen witwassen. Naar mijn gevoel slaagden we er met het platform in om info en expertise over ontwikkelingen uit te wisselen en die informatie-uitwisseling makkelijker te maken. Ook is het ons gelukt om nieuwe typologieën en trends op gebied van witwassen te identificeren, bv. inzake de risico’s van witwassen verbonden aan crypto-valuta.
Een evolutie richting meer precieze informatie-uitwisseling. Elke stakeholder zit momenteel vanuit de eigen bevoegdheid in dit platform. Iedere partner heeft daarom logischerwijze een eigen rol (die van toezichthouder, beleidsmaker, regelgever, federatie) wat voordelen, maar ook limieten met zich meebrengt. We moeten proberen om dat te overstijgen. Om nog meer informatiedeling te kunnen toelaten en écht gerichte oplossingen tot stand te kunnen brengen, zullen natuurlijk ook aanpassingen nodig zijn aan de wetgeving, en dat is net wat er nu op Europees vlak op tafel ligt via het EU AML pakket. Maar dergelijke wijzigingen doorvoeren vraagt natuurlijk ook tijd, dus we moeten geduld hebben en constructief verder werken, wat we ook van plan zijn!