Het Charter wil een antwoord bieden op de voortschrijdende digitalisering van de maatschappij. Een deel van de bevolking heeft hier moeite mee, en daar willen we aandacht voor hebben.
Het Charter beschrijft het engagement van de banken en de regering om op vlak van betaalverkeer en geldbeheer een oplossing aan te reiken in de vorm van een universele bankdienst (UBD). Dit zal niet-digitale consumenten toelaten om zonder technologische tools hun rekeningen te beheren en hun betaalverkeer te organiseren. Vele banken bieden vandaag al pakketten aan met inbegrip van voldoende manuele verrichtingen aan een redelijk tarief, maar met de UBD zal dit aanbod nu verder worden uitgebreid naar de meeste retailbanken.
Banken zullen deze dienst aanbieden aan een redelijk tarief (zie verder) en zullen de consument nog beter informeren over het aanbod en bijhorende tarieven. Deze transparantie moet leiden tot nog betere keuzes door de consument. Naast de bestaande vergelijkingstools, zal de overheid bijkomende vergelijkingstools en online tariefsimulatoren ter beschikking stellen, op basis van de input geleverd door de banken.
Elke bank beschikt over een bankoverstapdienst en de overheid en de banken zullen de nodige inspanningen doen om de bekendmaking ervan nog te verhogen.
Daarnaast zullen de regering en de banksector inspanningen blijven leveren om de digitale kloof zoveel mogelijk te dichten. De regering zal bovendien elektronisch betalen fors uitbreiden zodat de consument de mogelijkheid heeft om cashloos te betalen wanneer hij dat wil.
Een universele bankdienst is een pakket dat minimaal volgende diensten omvat voor de zichtrekening voor particulieren:
Minstens 60 manuele verrichtingen per jaar; (bijvoorbeeld: papieren overschrijvingen , af te geven aan het bankkantoor en, indien de infrastructuur van het kantoor dit toelaat, geldafhalingen aan het loket, enz.)
Een debetkaart;
Minstens 24 geldafhalingen aan de ATM van de eigen bank;
De automaten van het samenwerkingsverband van de 4 banken, zijnde Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC (Batopin) worden beschouwd als ‘ATM van de eigen bank’ voor de klanten van deze banken
Afdrukken van rekeninguittreksels in de bankeigen automaten in het kantoor, maandelijkse afhalingen aan het loket (beiden indien de bank dit aanbiedt) of maandelijkse verzending op verzoek van de klant aan de kost zoals vermeld in de informatiedocumenten van de vergoedingen.
Dit is het minimumpakket van de UBD. Extra diensten kunnen hier aan toegevoegd worden. Deze variëren naargelang de bank in kwestie.
De UBD is er voor iedereen die dat wenst. Er zijn geen juridische voorwaarden. Elke klant die, om welke reden dan ook, geen toegang heeft tot de online toepassingen die banken aanbieden, kan beroep doen op de UBD.
De UDB heeft een maximale forfaitaire kost van 60 EUR per jaar, eventueel aangevuld met een maandelijkse kost voor het verzenden van rekeninguittreksels.
Deze maximale kostprijs geldt voor de looptijd (zie verder) van het Charter. Indien een bank minder dan 60 euro aanrekent kan het tarief met maximaal 6 EUR per jaar stijgen tijdens de looptijd. Een eventuele prijsverhoging kan nooit leiden tot een tarief dat de 60 EUR per jaar overschrijdt.
Indien het aantal manuele verrichtingen een vooraf bepaald aantal (minimum 60) overschrijdt, bedraagt de prijs per bijkomende verrichting maximaal 1 EUR.
Indien de bank niet over automaten beschikt om papieren uittreksels te voorzien, kan de klant opteren voor een maandelijkse verzending per post. Deze vindt plaats ten laste van de klant. Banken kunnen, naast de portokosten, een redelijke kost aanrekenen voor de maandelijkse verzending van de uittreksels. Die redelijke kost is als volgt vastgelegd:
Een maandelijkse abonnementskost die maximaal 2,50 EUR bedraagt (incl. portokosten);
Een maximale kost van 1 EUR per enveloppe + portokosten;
Een beperkte forfaitaire kost per jaar van maximaal 5 EUR + portokosten.
Occasionele kosten – bijvoorbeeld het opnieuw aanbieden van een domiciliëring in geval van te weinig provisie op de zichtrekening of het aanvragen van een nieuwe debetkaart – zijn niet inbegrepen in de prijs van de UBD.
Een basisbankdienst is wettelijk geregeld en dus aan voorwaarden gebonden. Het geeft invulling aan het ‘recht op een betaalrekening’ bij banken die dit soort rekeningen aanbieden aan consumenten. Eén van de voorwaarden is dat de klant geen zichtrekening heeft bij een andere bank en geen andere rekeningen heeft met meer dan 6000 EUR. De zichtrekening die toegekend werd onder de basisbankdienst kan niet in het rood gaan.
De UBD is niet wettelijk geregeld en is dus niet aan wettelijke voorwaarden gebonden. Het betreft een minimaal aanbod dat banken kunnen aanvullen met extra diensten waarmee ze elkaar kunnen beconcurreren. De beperking van één zichtrekening en een maximaal bedrag zijn niet van toepassing.
Het Charter treedt in werking vanaf 19 juli 2021 en geldt voor een periode van drie jaar (tot 30 juni 2024). Banken streven ernaar om tegen 1 januari 2022 de UBD op te nemen in hun aanbod.