Goedgekeurde bankierseed is een gemiste kans

20 maart 2019 - 3 min leestijd

De Commissie Financiën heeft gisteren een wetsvoorstel van Groen en Ecolo goedgekeurd dat een bankierseed wil invoeren in België. Febelfin betreurt dit. 

 

"De bankierseed richt zich vooral op  bankbedienden, eerder dan op de banken zelf. Het voegt een nieuwe laag sancties, organen en procedures toe aan een toezichtkader en een sanctiearsenaal die al heel uitgebreid waren. Het voorstel is dan ook een gemiste kans om met écht inhoudelijke maatregelen de cultuur en deontologie in de financiële sector te versterken zoals we zelf hadden voorgesteld", zegt Febelfin-CEO Karel Van Eetvelt.

Ook voor Febelfin is het belangrijk om het vertrouwen in de financiële sector verder te versterken. Febelfin had daarom voorgesteld om een Raad voor Goede Praktijken in de financiële sector op te richten. Dat onafhankelijke orgaan zou het integriteitsbeleid van de financiële instellingen systematisch doorlichten. De Kamercommissie heeft dat alternatief echter niet ten gronde onderzocht.

Voorstel heeft verregaande gevolgen voor personeel

 

Febelfin vreest dat het voorstel om een bankierseed in te voeren verregaande gevolgen zal hebben voor bankmedewerkers. De eed heeft een louter repressieve aanpak, die vooral personeelsleden van banken viseert. Wie een deontologische fout maakt, kan een tuchtsanctie krijgen. En dat kan gaan tot een levenslang beroepsverbod.

In Nederland, dat al een bankierseed kent, zijn vier vijfde van de veroordelingen het gevolg van klachten van banken tegen eigen werknemers. Dat zijn vooral inbreuken waarvoor banken in België vandaag al hun personeel sanctioneren zoals diefstal of oneigenlijk gebruik van persoonsgegevens.

Febelfin betreurt vooral dat de Kamercommissie - met de goedkeuring van het wetsvoorstel - de voorstellen waaraan de sector een jaar gewerkt heeft volledig naast zich neerlegt. Bovendien heeft de Commissie ook geen advies ingewonnen bij de Raad van State, de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).

Voorstel discrimineert bankmedewerkers

 

Karel Van Eetvelt, CEO van Febelfin: "Wij hebben ernstige bedenkingen bij de grondwettelijkheid van het voorstel. Zo discrimineert het voorstel bankmedewerkers tegenover medewerkers van andere financiële instellingen, zoals financiële planners of beursvennootschappen. Ter illustratie: Optima was grotendeels een financiële planner. Het voorstel discrimineert bankwerknemers ook tegenover werknemers van zelfstandige bankagenten. Zo kan je bij de éne bank bediend worden door een medewerker die de bankierseed heeft afgelegd en bij de andere bank door een medewerker die geen eed heeft afgelegd. Is dat een goede zaak voor de consument?"

"De sector had voorgesteld om een onafhankelijke Raad voor Goede Praktijken in de financiële sector op te richten. Die zou het integriteitsbeleid van de financiële instellingen doorlichten. In Engeland bestaat dit al én versterkt dit inhoudelijk het integriteitsbeleid van banken."

Febelfin noteert dat het wetsvoorstel, indien aangenomen door de voltallige Kamer, pas in werking zou treden na een overleg met de sector. "Dit voorstel is een gemiste kans. We vertrouwen erop dat we na de verkiezingen de kans krijgen om de beleidsmakers ervan te overtuigen dat de alternatieven die de sector had voorgesteld efficiënter zijn om de cultuur in de financiële sector te versterken."