23 juni 2020 - 4 min leestijd
Fraudeurs zijn uiterst inventief en zoeken altijd nieuwe manieren om slachtoffers om de tuin te leiden. Terwijl ze vroeger vaak berichten stuurden om persoonlijke bankcodes te achterhalen (het bekende phishing) lijken ze nu hun jachtterrein te verbreden.
“Vermomd” als bankbediende bellen ze nietsvermoedende bankklanten op. Daarbij hebben ze één doel voor ogen: geld stelen van hun slachtoffers. Wie zo’n telefoontje krijgt, kan zich wapenen door niet op de vraag van de fraudeurs in te gaan. Een bank zal bijvoorbeeld nooit via de telefoon vragen naar persoonlijke bankcodes of vragen om geld over te schrijven. Een dergelijke vraag is altijd fake.
De fraudeurs bellen hun slachtoffers telefonisch op. Meestal melden ze – in keurig Nederlands overigens - dat er veiligheidsproblemen bij de bank zijn. Om elk mogelijk risico te vermijden, moeten mensen hun geld overschrijven naar een “veilige” rekening. Die rekening is in realiteit een rekening van een geldezel en wordt dus gebruikt om het geld van het slachtoffer door te sluizen naar de rekening van de fraudeurs.
Daarnaast vragen fraudeurs via de telefoon soms ook naar de persoonlijke bankcodes van hun slachtoffer . Dit is een vorm van phishing. Hoewel fraudeurs meestal “phishen” via het sturen van berichten (e-mail, sms, social media, WhatsApp, …), is telefoon ook een mogelijk fraudekanaal. Wie zijn of haar codes doorgeeft, zet ook zijn of haar rekening wagenwijd open voor de fraudeurs.
Er is maar één tip die echt werkt: wie een vraag krijgt om zijn of haar codes door te geven of om zijn of haar eigen geld over te schrijven naar een andere rekening moet beseffen: dit is fake.
Het speelt geen rol of die vraag via een bericht of over de telefoon wordt gesteld. De bank vraagt haar klanten nooit om zo’n verrichting te doen.
Wie toch op de vraag van de fraudeurs is ingegaan, moet volgende stappen ondernemen: