4 min leestijd
Vandaag gaf de Nationale Bank van België (NBB) aan de Kamer een stand van zaken over de bancaire kredietverlening tijdens de coronacrisis. Daaruit bleek dat de banken hun rol in de ondersteuning van de economie blijven spelen, zowel wat betreft het verlenen van betalingsuitstel als het verlenen van nieuw krediet. Er is dan ook geen sprake van een credit crunch of “opdroging” van bancair krediet.
Gezinnen en ondernemingen die het moeilijk hebben door de coronacrisis kunnen genieten van betalingsuitstel. Voor ondernemingen werd bijkomend een staatsgarantieregeling uitgewerkt voor nieuwe kredieten. Vooral voor kmo’s, die in het Belgische ondernemerslandschap sterk vertegenwoordigd zijn, betekenen de maatregelen vaak een welgekomen portie ademruimte.
Toen bleek dat de coronacrisis sterk om zich heen sloeg en gezinnen en ondernemingen ook financieel zwaar op de proef stelde, werkten de banken - samen met minister van Financiën Alexander De Croo en de Nationale Bank van België - een bankenplan uit. Dankzij dit plan kunnen gezinnen en ondernemingen een betalingsuitstel van hun bancair krediet aanvragen. Ook werd een staatsgarantieregeling uitgewerkt voor nieuwe kredieten.
De mogelijkheid tot betalingsuitstel voor lopende kredieten is voor vele particulieren en ondernemingen nuttig en wenselijk. Kijken we naar louter de ondernemingen, dan zien we dat voor bijna 10% van alle kredieten (9,8% om exact te zijn) beroep werd gedaan op het betalingsuitstel. Het onderliggende kredietvolume ligt op 21,3 miljard euro.
De cijfers die Febelfin op regelmatige basis hierover publiceert (en waarvan deze vrijdag een update komt) leren dat het gaat om meer dan 130.000 verleende betalingsuitstellen voor ondernemingen. Meer dan 80% daarvan wordt verleend aan zelfstandigen en kmo’s.
Kmo’s - sterk vertegenwoordigd in België - behoren dan ook tot één van de vier categorieën ondernemers die het vaakst beroep doen op betalingsuitstel:
De banken spelen tijdens de coronacrisis hun rol om de samenleving en de economie te ondersteunen, zowel wat betreft het verlenen van betalingsuitstel als het verlenen van nieuwe kredieten.
De algemene constatering: de kredietverlening aan bedrijven blijft op peil, ook in sectoren die zwaar(der) getroffen zijn door de crisis. Hun aandeel in het totale aantal nieuwe kredieten de voorbije maanden is onveranderd tegenover de periode voor de crisis. Eenzelfde gegeven zien we bij de kredieten aan kmo’s.
Er is dan ook geen sprake van een credit crunch of “opdroging” van bancair krediet.
Banken gaan steeds geval per geval na of het verlenen van (bijkomend) krediet verantwoord is. Die inschatting blijkt te werken. In mei werd geen significante stijging genoteerd van achterstallen op de gegeven kredieten. De banken zullen in de komende periode verder op deze doordachte manier krediet blijven verlenen, om te zorgen voor een gezond en duurzaam herstel van de economie.
Momenteel valt 3,2% van alle nieuwe kredieten onder de staatsgarantieregeling. Dit komt overeen met zo’n 737 miljoen euro. 78,8% van de nieuwe kredieten viel dan weer buiten de scope (onder meer door een langere looptijd).
Minder dan 4% van de kredietaanvragen onder garantie werd door de banken geweigerd.
Deze cijfers - en het op het eerste gezicht beperkte succes van de staatsgarantieregeling - moeten gelezen worden binnen de juiste context. De staatsgarantieregeling was een (relatief) snel antwoord in de beginfase van de ontluikende crisis voor kredieten en kredietlijnen met een maximale looptijd van 12 maanden. De noden van bedrijven zijn intussen geëvolueerd naar kredieten met een langere looptijd. De nieuwe garantieregeling die momenteel volop in de maak is zal daarop een antwoord kunnen bieden.