5 januari 2022 - 6 min leestijd
Op 1 januari 2022 gaat de Universele Bankdienst (UBD) van start. De UBD laat toe om aan een redelijk tarief manuele overschrijvingen uit te voeren zodat ook minder digitaalvaardige consumenten ten volle deel kunnen nemen aan het economisch leven.
In de samenleving van vandaag gebeurt er heel veel digitaal. Ook betalen en geldzaken regelen horen daarbij en dat is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. De banksector erkent dit en heeft hier ook begrip voor.
Vorige zomer bereikte de banksector een akkoord met de federale ministers Van Peteghem en Dermagne en staatssecretaris De Bleeker over het aanbieden van een universele bankdienst. De timing en inhoud werden vastgelegd in een Charter.
Met de universele bankdienst worden de huidige pakketten, die de banken vandaag al aanbieden, met inbegrip van manuele verrichtingen aan een redelijk tarief, verder uitgebreid naar bijna alle retailbanken. Dit maakt ze nog toegankelijker en transparanter.
De bedoeling is tegemoet te komen aan de groep klanten die geen of weinig beroep doen op digitale kanalen voor het regelen van geldzaken.
“Het werd hoog tijd om voor slachtoffers van de digitale kloof de prijs en de kwaliteit van bankdiensten te reguleren”, zegt minister van Economie Pierre-Yves Dermagne. “Met de zichtrekening ‘universele bankdienst’ wordt dit gerealiseerd. Ze garandeert de consument een kwalitatieve dienstverlening tegen een redelijke prijs. Met de universele bankdienst zullen de banken hun maatschappelijke rol rond de toegankelijkheid van financiële diensten beter invullen. De FOD Economie zal toezien op het respecteren van de engagementen van de banken in het kader van de universele bankdienst.”
“Het is belangrijk dat iedereen, ook wie nog niet overweg kan met de digitalisering van de bankdiensten, aan het loket van zijn of haar bank terecht kan en dat tegen een betaalbaar tarief”, zegt minister van Financiën Vincent Van Peteghem. “Met de invoering van de universele bankdienst garanderen we die bereikbaarheid en betaalbaarheid nu op lange termijn. Ik dank Febelfin en de deelnemende banken alvast voor de constructieve samenwerking. Een samenwerking die de komende jaren zal worden verdergezet. Want samen moeten we ervoor zorgen dat bankdiensten nabij, betaalbaar en toegankelijk blijven.”
“We moeten blijven inzetten op vooruitgang, maar we mogen ook niemand achterlaten”, legt staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker uit. “Met de universele bankdienst zorgen we ervoor dat kwetsbare en niet digitale consumenten hun bankzaken aan een betaalbaar tarief kunnen blijven regelen. Doordat er dezelfde minimumvereisten zijn voor alle banken, kunnen die consumenten de verschillende universele bankdienst pakketten gemakkelijk vergelijken.”
“De digitale transformatie van onze samenleving is volop aan de gang. Als banksector ondersteunen wij deze ontwikkelingen, maar wij zijn er ons van bewust dat niet alle burgers hier vertrouwd mee zijn”, zegt Karel Baert, CEO Febelfin. “De universele bankdienst zorgt ervoor dat de niet-digitale klant van vandaag en morgen zijn geld goed kan blijven beheren op een niet-digitale manier. De banksector heeft recent ook 10 concrete actiepunten gepubliceerd inzake digitale inclusie, gericht op klanten met weinig of geen digitale vaardigheden. Laat ons samen met de regeringspartners inspanningen blijven leveren om de digitale kloof zoveel als mogelijk te dichten zodat niemand achterblijft.”
Op 1 januari 2022 bieden 13 banken de universele bankdienst aan: Argenta, Axa, Belfius, Beobank, BNPParibas Fortis, Bpost bank, CBC, CPH, Crelan, ING, KBC, KBC Brussels en VDK.
Dankzij de universele bankdienst is het mogelijk om aan een redelijk tarief manuele overschrijvingen uit te voeren. Het pakket bestaat minimaal uit volgende diensten:
Banken kunnen individueel beslissen om hier extra diensten aan toe te voegen.
Het tarief van de UBD verschilt van bank tot bank, afhankelijk van het aantal en de aard van de diensten die in het pakket opgenomen zijn. Het overzicht van de tarieven per bank en eventuele bijkomende kosten is hier terug te vinden.
De maximale forfaitaire kost van de UBD bedraagt 60 EUR per jaar, eventueel aangevuld met een kost voor het verzenden van de rekeninguittreksels. De kost geldt voor de looptijd van het Charter (tot 30 juni 2024) en kan in die periode maximaal 6 EUR per jaar stijgen. Een eventuele prijsverhoging kan nooit leiden tot een tarief dat de 60 EUR per jaar overschrijdt.
Indien het aantal manuele verrichtingen een vooraf bepaald aantal (minimum 60) overschrijdt, bedraagt de prijs per bijkomende verrichting maximaal 1 EUR.
Indien de bank in haar eigen kantoren automaten aanbiedt voor het afdrukken van rekeninguittreksels, kan de klant hier kosteloos gebruik van maken.
Indien de bank niet over automaten beschikt om papieren uittreksels te voorzien, kan de klant opteren voor een verzending per post. Banken kunnen, naast de portokosten, een redelijke kost aanrekenen voor de maandelijkse verzending van de uittreksels. Die redelijke kost is als volgt vastgelegd:
Occasionele kosten – bijvoorbeeld het opnieuw aanbieden van een domiciliëring in geval van te weinig provisie op de zichtrekening of het aanvragen van een nieuwe debetkaart – zijn niet inbegrepen in de prijs van de UBD.