De digitalisering van de samenleving gaat aan een sneltempo vooruit en niet iedereen kan even goed volgen. Extra aandacht voor de minder- of niet-digitale groep mensen is noodzakelijk. Want het is van belang dat iedereen op een volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving. Daarom werd door de banksector en de regering een universele bankdienst in het leven geroepen.
In essentie wil de universele bankdienst (UBD) een oplossing aanbieden zodat iedereen vlot kan betalen en zijn geld kan beheren. De bedoeling is om tegemoet te komen aan de groep klanten die geen of weinig beroep (kunnen) doen op digitale kanalen voor het regelen van geldzaken.
Het akkoord met de regering over de UBD zou in principe op 30 juni 2024 aflopen, maar de sector wil blijven tegemoetkomen aan de behoeften van klanten die weinig of geen gebruik maken van digitale kanalen om hun financiële zaken te regelen. De sector neemt dus het engagement om deze dienstverlening voor onbepaalde duur te verlengen.
Concreet laat de UBD toe om aan een redelijk tarief manuele overschrijvingen op papier uit te voeren. Het is een pakket dat minimaal bestaat uit:
Banken kunnen er individueel voor kiezen om hier extra diensten aan toe te voegen.
Sinds 1 januari 2022 bieden 11 banken de universele bankdienst aan:
De kostprijs van de UBD bedraagt momenteel tussen de 39 en 60 EUR, afhankelijk van bank tot bank. Het maximaal tarief bedraagt 60 EUR, eventueel aangevuld met een variabele kost voor het verzenden van de rekeninguittreksels. Dit maximumtarief zal in de toekomst kunnen worden geïndexeerd.
De kost kan maximaal 6 EUR per jaar stijgen. Een eventuele prijsverhoging kan nooit leiden tot een tarief dat de 60 EUR per jaar overschrijdt.
Als het aantal manuele verrichtingen een vooraf bepaald aantal (minimum 60) overschrijdt, bedraagt de prijs per bijkomende verrichting maximaal 1 EUR.
Als de bank in haar eigen kantoren automaten aanbiedt voor het afdrukken van rekeninguittreksels, kan de klant hier kosteloos gebruik van maken. Indien de bank niet over automaten beschikt om papieren uittreksels te voorzien, kan de klant kiezen voor een verzending per post.
Banken kunnen, naast de portokosten (tarieven voor de verzending van de rekeninguittreksels), een redelijke kost aanrekenen voor de maandelijkse verzending van de uittreksels.
Die redelijke kost is als volgt vastgelegd:
Een maandelijkse abonnementskost die maximaal 2,50 EUR bedraagt (incl. portokosten);
Een maximale kost van 1 EUR per enveloppe + portokosten;
Een beperkte forfaitaire kost per jaar van maximaal 5 EUR + portokosten.
Occasionele kosten – bijvoorbeeld het opnieuw aanbieden van een domiciliëring in geval van te weinig provisie op de zichtrekening of het aanvragen van een nieuwe debetkaart – zijn niet inbegrepen in de prijs van de UBD.
Elke klant die, om welke reden dan ook, geen toegang heeft tot de online toepassingen die banken aanbieden, kan beroep doen op de UBD.
Het is een minimum aanbod dat banken kunnen aanvullen met extra diensten, waarbij de concurrentie tussen de banken vrij speelt. De klant is vrij om nog andere zichtrekeningen aan te houden bij andere banken.
Hierin schuilt het voornaamste verschil met de basisbankdienst, die is wel wettelijk geregeld en geeft invulling aan het ‘recht op een betaalrekening’. Eén van de voorwaarden om er gebruik van te kunnen maken, is het niet hebben van andere rekeningen bij andere banken.